Metamorfe gesteenten

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Metamorfe gesteenten zijn gesteenten die zijn ontstaan uit reeds bestaande gesteenten (stollings-, sedimentaire of eerdere metamorfe gesteenten) die onder invloed van verhoogde temperatuur, druk en/of chemisch actieve vloeistoffen van samenstelling, textuur en structuur zijn veranderd, zonder volledig te smelten.

Omschrijving

Het proces waarbij metamorfe gesteenten ontstaan, wordt metamorfose genoemd. Dit vindt meestal plaats diep in de aardkorst of in de bovenmantel. De intense omstandigheden zorgen ervoor dat de mineralen in het oorspronkelijke gesteente herkristalliseren en/of dat er nieuwe mineralen worden gevormd, wat resulteert in een gesteente met andere eigenschappen dan het oorspronkelijke materiaal (de protoliet). Afhankelijk van de omstandigheden van druk en temperatuur en de chemische samenstelling van de protoliet, kunnen verschillende soorten metamorfe mineralen ontstaan, waaronder indexmineralen die indicatie geven van de diepte en temperatuur waaraan het gesteente is blootgesteld. Metamorfe gesteenten kunnen kenmerken van de oorspronkelijke gesteenten behouden, zoals compositionele lagen van sedimentaire gesteenten, hoewel deze kenmerken minder duidelijk worden naarmate de metamorfosegraad hoger is.

Vorming en factoren

Metamorfose is een endogeen proces dat diep in de aardkorst plaatsvindt, in tegenstelling tot de vorming van sedimentaire gesteenten dat een exogeen proces is. De vorming van metamorfe gesteenten wordt beïnvloed door verschillende factoren: temperatuur, druk en de aanwezigheid van chemisch actieve vloeistoffen zoals grondwater of hydrothermale vloeistoffen. Hoge temperaturen en drukken leiden tot aanzienlijke mineralogische veranderingen en herkristallisatie. Chemisch actieve vloeistoffen kunnen minerale reacties en de uitwisseling van elementen vergemakkelijken. De duur van de blootstelling aan deze omstandigheden speelt ook een rol in de transformatie van het gesteente.

Typen en voorbeelden

Metamorfe gesteenten worden ingedeeld op basis van hun textuur, zoals bladvormige (foliatie) en niet-bladvormige gesteenten. Bladvormige gesteenten vertonen een gelaagd of gestreept uiterlijk door de uitlijning van mineralen onder druk. Voorbeelden hiervan zijn leisteen, fylliet, schist en gneis. Niet-bladvormige gesteenten hebben geen gelaagd uiterlijk, waarbij de minerale korrels ongeveer even groot zijn en geen significante uitlijning hebben. Voorbeelden hiervan zijn marmer (ontstaat uit kalksteen of dolomiet) en kwartsiet (ontstaat uit zandsteen). Andere voorbeelden van metamorfe gesteenten zijn onder meer eclogiet en serpentijngesteente. De metamorfe graad geeft de intensiteit van de metamorfose aan, waarbij hooggradig metamorfe gesteenten volledig uit metamorfe mineralen kunnen bestaan.

Toepassingen

Metamorfe gesteenten kennen diverse toepassingen, variërend van bouwmaterialen tot decoratieve doeleinden. Marmer wordt vaak gebruikt voor vloeren, wandbekleding en beeldhouwwerken. Leisteen vindt toepassing als dakbedekking en vloertegels. Kwartsiet wordt gewaardeerd om zijn duurzaamheid en weerstand tegen vlekken en wordt gebruikt voor werkbladen en vloeren.

Vergelijkbare termen

Sedimentaire gesteenten

Gebruikte bronnen: